zondag 23 september 2018

Geen reigers

De vorige keer kondigde ik aan dat er wel eens een "Reigers special" aan zou kunnen komen, maar die stel ik toch maar even uit. Voor de rest heeft alles wat ik vandaag met u wil bespreken alleen met elkaar gemeen dat het geen reigers zijn. Dus heb ik me er een beetje gemakkelijk afgemaakt met deze titel. En uiteindelijk weer niet, want nu moest ik dit verhaal schrijven om die onzin recht te breien.

Enfin, laten we beginnen.

Eerst maar meteen het bijzonderste. Twee weken geleden vlogen een paar ooievaars een inspectierondje boven ons park.
Ooievaar boven park Meerland
Ooievaars zie je op andere plaatsen in Nederland best veel, omdat ze in de buurt wonen, maar bij ons zijn ze een zeldzaamheid. Vooral in vlucht zijn het indrukwekkende, en mooie, vogels.
Ze waren geringd, maar de ring was niet afleesbaar
Uiteindelijk werd ons park afgekeurd, want ze vlogen weer verder zonder een poot aan de grond gezet te hebben. Technisch gesproken zijn het dan geen Meerparkvogels vind ik, dus ik heb ze maar niet toegevoegd aan mijn overzichtslijst.

Ik kwam deze weken bij mijn omzwervingen ook weer een paar keer een merel tegen. En daar ben ik blij mee.
Meerparkmerel
Merels hebben in onze streken zwaar te lijden onder het Usutu-virus. Dat virus wordt verspreid via steekmuggen. De verwachting is dat merels op den duur natuurlijke weerstand gaan opbouwen tegen het virus, maar voorlopig kunnen ze er nog slecht tegen. Natuurlijke selectie in werking is niet per se prettig om te zien. (Voor mensen die zich daar zorgen over maken, het Usutu-virus is niet gevaarlijk voor mensen.)

Ik heb de laatste tijd al vaker buizerds boven ons park gezien (zie ook de vorige blog).
Fraaie, donkere buizerd
Maar dit vond ik dan weer zo'n prachtig donker exemplaar dat ik hem toch even met u wilde delen. Het bijzondere aan buizerds is dat ze zeer variëren in kleur. Sommige zijn heel licht grijs. Andere, zoals deze, zijn behoorlijk donker. Dat leid ertoe dat als ik een grote donkere zwevende roofvogel zie, ik er maar vanuit ga dat het een buizerd is tot het tegendeel is bewezen. In dit geval is het zeker een buizerd; op een andere foto is goed de kenmerkende tekening aan de onderkant van de vleugel te herkennen.
tekening aan de onderkant
Vooral de geelachtige overgang tussen het witte en het donkere deel van de vleugel schijnt kenmerkend te zijn.

Nijlganzen in de vlucht

Ik ben niet zo kapot van Nijlganzen, maar in de vlucht zijn ze wel mooi.

Waterhoen met grassprietje
Zo'n waterhoentje is een veel bescheidener vogeltje, maar het heeft toch ook zo z'n eigen schoonheid.

En ter afsluiting een niet ornithologische observatie. Ondanks dat de zomer wel zo'n beetje voorbij is bloeien er veel bloemen in ons park. En het voordeel van bloemen is dat ze hem niet onmiddellijk smeren als er een lens op hun gericht wordt.
Cosmo
Deze Cosmo stond er zo fraai bij, dat het bijna lijkt of ik een Instagram filter heb toegepast. Maar dit is dus echt.



Het lijkt er op dat de dezer dagen flink wat water in de vijvers en slootjes van ons park gaat komen. Of dat echt wat oplevert voor de waterstand hoop ik de volgende keer kunnen te vertellen. Tot dan.




zaterdag 8 september 2018

Nazomeren

Hoewel ik een beetje genoeg kreeg van 'Wachten op betere tijden' als titel van mijn berichtjes, is het nog steeds armzalig gesteld met het water in de verschillende vijvers en slootjes. Aan de andere kant zijn de tijden voor een vogelaar niet perse slecht. Daarover straks nog wat meer.
Eerst maar even over de titel van dit bericht. Het is natuurlijk nazomer-tijd, en ik heb een foto die dat mooi visualiseert. Moet je natuurlijk wel van vogels houden.
Spreeuwen, bijna in herfsttooi
Met de spreeuwen hierboven is iets aan de hand. Normaal gesproken is de kop net zo zwart als de buik, maar met iets fijne spikkels. Deze spreeuwen hebben bruine koppen. (Ik begon even te twijfelen of dit wel gewone spreeuwen waren.) Maar volgens mijn vogelboek, ruien de jonge (bruine) spreeuwen  in de nazomer langzamerhand naar het najaarskleed met spikkels. Kortom, als dit gewone spreeuwen zijn, moet het nazomer zijn.

En dan heb ik toch weer een nieuwe soort. Ik weet alleen niet zeker welke.
Glanskop (of matkop?)
Glanskoppen en matkoppen zijn allebei meesjes en ze lijken sterk op elkaar. Ik heb wat meer foto's maar geen van alle geven ze uitsluitsel. Ik gok op een glanskop omdat die wat vaker in parkachtige landschappen wordt waargenomen. De bovensnavel van de glanskop schijnt een witte basis te hebben. Moet ie wel even willen poseren met zijn snavel goed in beeld. Dat wilde de mijne niet. Dus nu moeten we straks met een brandende onzekerheid naar bed.

Een boomkruiper heb al eens eerder gefotografeerd, maar heel vaak zie ik die toch niet. Dat heeft waarschijnlijk weinig met de populatie te maken, en veel met mijn gebrek aan oplettendheid. Of eigenlijk, met zijn effectieve schutkleur.
Boomkruiper op boom
Zelfs als je weet waar die zit, ben je zo'n vogeltje meteen weer kwijt als je even wegkijkt. Hij valt pas weer op als ie zich beweegt en je goede plek in de gaten houdt. Een boomkruiper doet zijn naam ook een heleboel eer aan, hij(zij) kruipt omhoog op bomen en kruipt ook tegen een boom aan. Van staart naar snavel plooit ie zich om/tegen de bast.

En in het roofvogel hoekje weer eens een buizerd. Voor één keertje niet weggejaagd door de kraaien.
Zwevende buizerd, wat verder weg
Zwevende roofvogels, die vooral gebruik maken van de thermiek, staan voor mij symbool voor rust. Zo'n beest rustig kunnen bekijken is voor mij een ideaal zen-momentje. Het zal wel iets te maken hebben met het ontstijgen van het dagelijkse gepruts.
 
En ook een steenuil knapt wel eens een uiltje, sorry, doet wel eens een dutje, overdag.
Een steenuiltje met de ogen geloken
Als uilen in een groepje slapen wordt dat roesten genoemd, maar dit was er maar eentje.  Dus laten we het maar gewoon een tukje noemen.

Tot slot nog maar een roodborstje. Niets nieuws, maar soms is dat ook niet nodig.
Roodborst

Ik voel trouwens een reiger special aankomen. Ik heb zoveel foto's van reigers waar ik nooit wat mee doe, dat ik er misschien er maar eens een aparte post aan moet weiden. Mocht ik dat de volgende keer doen, dan bent u alvast gewaarschuwd.

Tot dan.