vrijdag 27 december 2019

Een aangenaam weerzien

Als uw onbezoldigd verslaggever van gevederde zaken, hoop ik u altijd een nieuwtje te kunnen bieden. Het liefst een nieuwe soort, maar dat lukt natuurlijk niet altijd (of ik moet wel erg grote gaten laten vallen tussen mijn posts). Een weerzien kan ook mooi zijn. En soms hoeft dat niet eens over een vogel te gaan. Zo ben ik blij dat ik kan melden dat de waterstand in de verschillende vijvers, na alle regen, eindelijk weer normaal lijkt te worden. Het gemaal pompt ook weer. Dat betekent dat het water weer stroomt. Dat komt de zuurstofopname en daarmee de visstand ten goede. En meer vis(jes) betekent meer eten voor vogels. (De vissen zelf zijn er ook erg blij mee, maar die fotografeer ik dan weer niet.) En het hele park fleurt ervan op. Al die drooggevallen stukken vijver zagen er niet aantrekkelijk uit.

Maar goed, mijn core-business blijft natuurlijk vogels. En het weerzien uit de titel is vooral met de wintertalingen die in ons park weer gaan proberen de winter te overleven.
Meneer wintertaling met een gewone wilde eend op de achtergrond
In ons park zie ik nu al een aantal jaren wintertalingen overwinteren. Met wintertalingen is iets opvallends aan de hand. Het zijn in Nederland vrij zeldzame broedvogels, en het aantal vogels dat hier broedt loopt achteruit. Aan de andere kant neemt het wintertalingen dat hier overwintert toe, en de overwinteraars waren er altijd al in de meerderheid. Wintertalingen sturen eigenlijk nooit enquêteformulieren terug (ze lijken daarin op mij), maar we kunnen wel speculeren over het waarom van deze ontwikkelingen. Wintertalingen zijn gevoelig voor verstoring tijdens het broedseizoen. Nederland wordt steeds voller, dus rustige broedplekjes worden steeds zeldzamer. Wintertalingen hebben open water nodig om te kunnen eten (grondelen). En het zou goed kunnen dat zij profiteren van de zachte winters van de laatste jaren.

Hoe dan ook ook, het zijn fraaie eendjes en welkome gasten; een stuk kleiner dan een normale wilde eend.
Paartje wintertalingen met een gewone wilde eend ter vergelijking

Vorige keer liet ik u al een halsbandparkiet zien. Ik schreef toen dat dat waarschijnlijk een vrouwtje of een jong was. Ondertussen heb ik een mannetje gezien.
Man halsbandparkiet (met duidelijke halsband)
De halsband is onmiskenbaar. Dus het lijkt er op dat we een paartje hebben. Als ze deze winter goed doorkomen, zou het dus zomaar kunnen zijn dat we een paar lawaaiige permanente bewoners rijker zijn.

Een ander weerzien was met de futen. Tot de droogte van deze zomer, zaten er redelijk wat futen in ons park. Vorige jaren bleven die ook het hele jaar door aanwezig. Maar blijkbaar was de droogte ze toch wat te veel. Gelukkig hebben ze ons park weer gevonden.
De fuut van deze dag
Geen bijzondere foto, maar u ziet dat ik niet lieg.

Spreeuwen in winterkleed, met grote stippen, vind ik ook altijd weer mooi.
Spreeuwen
De kleur van hun veren gaat van zwart naar groen en blauw. Een grote zwerm spreeuwen kan ook prachtig zijn. De spreeuwenstand gaat in Nederland achteruit, en zullen zwermen als deze zeldzamer worden. Niet iedereen zal daar rouwig om zijn, maar ik vind het wel jammer. Ik ben dan ook geen fruitboer.

Palingboeren zijn dan weer niet blij met aalscholvers. Maar ook die kan ik wel waarderen.
Aalscholver in het zonnetje
In het zonnetje is dat saaie zwart van een aalscholver toch niet zo saai.

En een dan nog een gevalletje gezichtsbedrog.
Blauwe reiger in vlucht
De vleugeltoppen van deze blauwe reiger lijken het water te raken, maar dat doen ze niet werkelijk.

En om dit bericht en daarmee het jaar af te sluiten, nog een quizvraag: Welke vogel in dit bericht heeft de langste levensverwachting? *)

Dan rest mij iedereen een heel goed 2020 toe te wensen. Tot volgend jaar!




*) Blauwe reigers kunnen 35 jaar worden, en dat is ouder dan alle andere vogels in dit bericht.

zondag 1 december 2019

Oud en Nieuw

Gezien mijn productie van de laatste tijd zou je makkelijk kunnen vermoeden dat dit alvast een voorschot is op het einde van het jaar, maar dat is het toch niet. Ik ben echt van plan om er voor het einde van het jaar nog een blogje uit te persen. Dat zou ook wel moeten kunnen, want er breekt weer een betere tijd voor vogelaars aan. De afgelopen tijd leverden mijn wandelingen door het park nauwelijks iets op dat ik met u kon of wilde delen. Dat had te maken met de tijd van het jaar waarin vogels zich vooral gedeisd houden, de bomen die nog volop blad hadden en daarmee de vogels uit het zicht hielden, en de vreemde combinatie van droogte in het park en regenachtig weer.

Soms kwam ik met een enkele roodborst thuis

En soms met helemaal niets.

Voeg daar wat andere activiteiten en een boel inactiviteit (lees: luiheid) van mij bij en je hebt zo een paar maanden geen blog. Met mij gaat het voor de rest wel goed, dank u.

Maar ondertussen hebben de bomen en struiken veel blaadjes verloren en is soms 1 korte wandeling genoeg om materiaal voor een blogje te verzamelen.

Zo weten mensen die deze blog vaker lezen dat de distelvink of putter, na het ijsvogeltje, wel zo'n beetje mijn favoriete parkvogeltje is. Gewoon, omdat ze mooi zijn. Ze zijn ook een beetje lastig omdat ze niet braaf blijven zitten terwijl ik ze probeer voor het nageslacht vast te leggen.

Individuele putter

 
Maar er waren er meer
Hoe dan ook, ik ben altijd blij als ik ze zie ook al is het geen nieuwe observatie.

Maar ik heb ook een nieuwe vogel voor u.
Een halsbandparkiet
Het verhaal van de halsbandparkieten in Nederland is bij de meeste mensen wel bekend. Nederlandse halsbandparkieten zijn (afstammelingen van) volièrevogels. Maar ondertussen kunnen ze zich goed handhaven in stadsparken. Vooral in stadsparken in het westen van het land wonen flinke kolonies halsbandparkieten. En misschien is deze vogel aan het kijken of ons park ook geschikt is voor bewoning.
Flink mishandelde foto (om een hele vogel in beeld te brengen)
Bovenstaande foto is technisch niet zo heel goed, maar geeft wel een goede indruk van de vogel. Hoewel zij (?) parkiet heet is het een flinke vogel (ik lees 42 cm van kop tot staart), groter dan kooiparkietjes. Meer wat je je voorstelt bij een papegaai, eigenlijk. Dit exemplaar is een jong of een vrouwtje, de mannetjes hebben een roze 'halsband'. Ze zijn nogal lawaaiig, dus redelijk makkelijk te vinden. Maar vooral in dit jaargetij, want in de zomer vallen ze helemaal weg tussen de bladeren.

En dan te bedenken dat ik eigenlijk het park in ging om te kijken of ook hier zoveel koolmezen en pimpelmezen zitten. Blijkbaar is er een grote toevloed van die vogeltjes uit Oost-Europa. En ja ook die zag ik op allerlei plaatsen. bijvoorbeeld deze pimpelmees.
Pimpelmees in het zonnetje
Maar goed, daar ga ik me dan een volgende keer in verdiepen.

Plaatjes van blauwe reigers zijn ook geen nieuws in deze blog, maar deze vond ik toch wel weer grappig.
Stilleven met narrige blauwe reiger en paaltje
Normaal gesproken staan reigers altijd naar het water te kijken in de hoop dat ze daar hun eten zien zwemmen. Maar deze had het, zo op het oog, helemaal gehad. Niet iedereen is in de wieg gelegd voor het reigerleven.

En tenslotte nog maar eens het bewijs dat een beetje goed licht van een gewoon beeld een schitterend plaatje maakt.
Nijlgans in de laagstaande zon

Bovenstaande foto lijkt (zeker op mijn grote scherm) gemanipuleerd, maar het enige wat ik gedaan heb is hem een beetje bijsnijden om er een vierkantje van te maken. Toch spetteren de kleuren.

Kortom, blijven kijken, en uiteindelijk zie je toch wel weer wat moois.

Hopelijk tot gauw.


zaterdag 28 september 2019

Gevederde zaken

Deze titel leek me passender dan lopende zaken, maar eigenlijk is het natuurlijk vooral dat.
De druk op ons park neemt toe, door alle bouwactiviteiten en door de droogte die eigenlijk al meer dan een jaar duurt. Vorig jaar zomer was het opvallend droog en het park is daar nooit helemaal van hersteld. Aan het einde van de winter was het wel wat beter, maar een week geleden stond het water nog lager dan het vorig jaar ooit gestaan had.
En dan zijn er die bouwactiviteiten. Hoewel het park daar niet rechtstreeks onder lijdt, zijn er wel negatieve effecten voor vogels. Mensen wonen graag aan de rand van een park, en het uitzicht daarop wordt door projectontwikkelaars gretig verkocht. Dat heeft twee effecten. De braakliggende lapjes grond tegen het park aan verdwijnen langzaam snel. Dus wordt de totale ruimte voor vogels kleiner. En alle bouwactiviteiten, en de bewoning daarna, zorgen voor meer drukte en de meeste vogels houden van rust. Aan de andere kant: we hebben het over een park in een nieuwbouwwijk. Dat park zou er helemaal niet zijn als er geen mensen waren. En heb ik niet in mijn eerste post zo mooi uitgelegd dat ik juist zo van natuur houd als die goed gebruik weet te maken van wat de mensheid te bieden heeft?

Uiteindelijk denk ik dat het allemaal wel weer goed gaat komen. Er zal vroeger of later vast wel iets gevonden worden op het waterbeheer, en het bouwen houdt vanzelf een keertje op. En dan ontstaat er wel weer een nieuw evenwicht.

Maar ondertussen blijft er wat minder te rapporteren dan een paar jaar geleden. En moet ik dus wat beter kijken. En dat gaan we dan maar proberen.
Blauwe reiger
Zo is bovenstaande reiger niets bijzonders voor ons park. (Hoewel je altijd moet blijven realiseren dat op een andere plaats dit ineens De Observatie kan wezen.) Maar zoals hij/zij bij het groene riet poseert is het toch weer een aardig plaatje. Vind ik.

Muskus eend
En deze muskus eend is niet meteen moeders mooiste, maar zo heeft ie toch wel wat. En vooral, zij (dat is het denk ik) doet zo heel erg denken aan het klassieke plaatje van een dodo.

Als zwaluwen zomer maken dan is het na hun vertrek op z'n minst herfst. Laatst zag ik toch nog een vogeltje rondscharrelen bij de oeverzwaluwenmuur.
Koolmees bij de oeverzwaluwmuur
Even dacht ik dat het een zwaluw was die net als ik geen afscheid van de zomer wilde nemen, maar het was een koolmees die de misschien overwoog de leegstand bij oeverzwaluwwoningen ten eigen faveure aan te wenden.

En soms zie ik iets wat nauwelijks wat met vogels te maken heeft.
Konijn tussen de eenden
Blijkbaar zijn eenden niet erg bang voor konijnen, maar dat was eigenlijk niet wat mij prikkelde. Ik weet dat op sommige plekken waterkonijn op de menukaart staat, wat in feite muskusrat is. (Muskusratten zijn overigens ook eigenlijk geen ratten, dus is er weinig op tegen om het beest te hernoemen naar een ander knaagdier.) Maar goed, dit zijn echte 'water konijnen'. En nu we toch met associaties bezig zijn ook maar dit gedichtje van Kees Stip:

Bij Noordwijk zwom een nat konijn
te midden van een school tonijn.
“Tja,” sprak het beest, “dat tomt er van
als men de ta niet zeggen tan.”

Ter afsluiting nog eens oog voor het detail.
Kauwen
Of is het: het oog als detail? In ieder geval was ik weer eens getroffen door het fraaie blauwe oog van een kauw.

Ik laat het hierbij. Tot een volgende keer.

PS. De vogel waar ik de vorige keer geen naam op kon plakken, lijkt toch wel een vrouwtje zwarte roodstaart. In deze tijd zijn die wat valer van kleur en het vrouwtje is altijd meer grijs dan zwart. Met dank aan Raoul en Sander.

zondag 1 september 2019

Joepie 2

Tijdens mijn wandelingen door ons park heb ik al een tijdje het idee dat ik het eens, of wat meer, moet hebben over de vogels die ik de laatste tijd niet meer zie. Mijn grote overzicht telt ondertussen bijna 60 soorten. (Ik werk dat regelmatig bij, u vindt het onder 'Welleke dan?' rechtsboven als u dit bekijkt op een wat groter scherm.) Van sommige vogels weet je eigenlijk van tevoren dat het geen blijvertjes zullen zijn. De fraaie Carolina eend die ik in 1 van mijn eerste blogs tegenkom, hoort helemaal niet in Nederland en is dus vast een ontsnapte siervogel die het waarschijnlijk zonder hulp niet redt. Ook zijn er erkende passanten, zoals de kuifeendjes die hier een paar weken gebivakkeerd hebben en toen weer verder getrokken zijn. Kuifeenden zie je op allerlei plaatsen in Nederland, maar blijkbaar is ons park het niet helemaal voor dit fraaie vogeltje. Kan gebeuren.


Het weinige water in ons park gaat ook kwalitatief achteruit

Maar eigenlijk maak ik me soms wel zorgen over de vogels die tot de min of meer vaste bewoners gerekend kunnen worden en dan ineens verdwijnen. Ik denk bijvoorbeeld aan de aalscholvers die ik al een tijdje niet meer zie. En ook de futen zijn hem gesmeerd. Ik hoop en verwacht dat ze zich op den duur wel weer zullen melden, maar je krijgt toch het idee dat het in ons park voor veel vogels op dit moment niet goed toeven is.

En toen was daar ineens toch weer een ijsvogel.
IJsvogel
Toen ik met deze blog begon, hadden we een ijsvogelpaartje als vaste bewoners van dit park, maar de laatste twee jaar heb ik geen ijsvogel meer gezien. En toen ik hem de afgelopen week zag en ook nog kon fotograferen was dat voor mij dubbel geluk. Hij/zij was er vandoor voordat ik dichterbij kon komen, maar het ik ben toch heel blij met dit plaatje. Nu maar hopen dat dit de aankondiging is van permanente huisvesting.

Een jaar of zo geleden, was ik ook zo blij met de steenuiltjes in ons park. Ondertussen kom ik ze regelmatig tegen, en heb ik het er ook niet meer iedere keer over. Maar deze zat zo lekker in het avondzonnetje dat hij mij en mijn grote boze oog redelijk dichtbij verdroeg.
Steenuil in de avondzon

En verder moeten we dan maar zuinig zijn op de vogels die wel trouw blijven aan het park.
Waterhoen met jong
Waterhoentjes zijn wat bescheidener dan hun meerkoet-verwanten. En met hun felrode snavel met gele punt vind ik ze ook best mooi. Waterhoentjes schijnen ook 's nachts te vliegen. Dan vliegen ze misschien wel meer dan overdag, op zoek naar plaatsen waar ze kunnen wonen en foerageren. (Het is bekend dat vogels ook/vaak 's nachts vliegen. Maar welke vogels, en in hoeverre dat afwijkt van hun vlieggedrag overdag is vaak veel minder bekend. Het is gewoon lastiger te observeren.)

Een andere trouwe vogel is de blauwe reiger. En het blijft aardig om ze te zien jagen op een visje. Ze sluipen door het water om ineens toe te slaan. Als je ze een tijdje volgt, kan je aanvoelen wanneer dat gaat gebeuren. En dan wordt het bijna spannend. (U mag dit lezen als een aanmoediging om te blijven kijken als u een reiger bezig ziet.) Hoewel het tafereel ook voor deze blog niet bepaald nieuw is, vond ik onderstaande foto toch weer de moeite waard om met u te delen.
Toeslaande blauwe reiger
En hij heeft beet.
En hier was het om te doen

En dan nog een prijsvraag. Ik heb geen idee wat dit vogeltje is. Hij (m/v) was ook te ver weg voor een goeie foto. Onderstaande plaatje is nogal mishandeld om de kleuren wat te versterken. Hij lijkt er op dat er wat roods aan de staart zit, dus dat zou wijzen op een soort roodstaart. Heeft u een idee?
Zegt u het maar
Mensen met interessante ideeën zullen worden beloond worden met een eervolle vermelding en achtervolgd worden door mijn eeuwige dankbaarheid.

En met deze brandende kwestie houd ik ermee op. Tot een volgende keer.



zondag 11 augustus 2019

Van alles wat

We zitten alweer in het tweede deel van de zomer, en mijn productiviteit laat nog steeds wat te wensen over. Maar goed, het is wat het is. De bijzondere observaties blijven een beetje uit en het kost me de laatste tijd meer moeite om aardige plaatjes voor u te vinden. Hoewel ik straks toch weer twee nieuwe soorten te melden heb. Ook het park heeft het moeilijk. De koeien zijn verwijderd omdat ze daar met gevaar voor eigen leven stonden. En het watergebrek blijft een probleem. Er valt af en toe wel een buitje, maar het is bij lange na niet genoeg om de vijvers bij te vullen.
Eenden op een drooggevallen duiker
Maar goed, laten we ons op het positieve nieuws richten. Zo geeft het echtpaar Nijlgans met blijdschap kennis van alweer een nieuw nest.
Knabbelende Nijlganzen
En ik heb dus toch weer twee nieuwe soorten (als in 'nieuw voor deze blog') te melden. Zanglijsters zijn algemene vogels, maar toch had ik ze niet eerder in het park gezien. En ook dit exemplaar was haast niet te zien in de schemering in een bosje. Gevolg: veel te weinig licht voor een goede foto.
Zanglijster in de schemering
Maar met wat grof geweld heb ik er toch nog iets herkenbaars van weten te maken, zodat ik mijn observatie met u kan delen. Ik denk tenminste dat dit een zanglijster is, het zou ook een grote lijster kunnen zijn. Maar de vlekken op de borst van de zanglijster hebben meer de vorm van pijlpunten, terwijl die van de grote lijster rond van vorm zijn. En de zanglijster is algemener. De grote lijster is natuurlijk ook groter, maar als je even iets heel vlug in een bosje ziet, heb je daar niet zoveel aan. (Wat dat betreft zijn opgezette vogels toch wel een stuk gemakkelijker te determineren; en anders heb je altijd nog het naamplaatje op de sokkel.)
Voor wie zelf een determinatiepoging wil doen: De site van de Vogelbescherming geeft veel informatie, en daar vind je ook een link naar de grote lijster.

Die andere nieuwe was ook al geen gemakkelijke observatie, en zo mogelijk nog een minder goede foto, maar toch..
Een boomklever
Het zijn mooie vogeltjes die langs stammen op en neer lopen. De vogel op de foto heeft zijn kop naar beneden, wat heel typisch voor een boomklever is. Een boomklever had ik wel eerder gezien, maar ik vind ze o zo moeilijk te fotograferen. Altijd al weg, voordat ik mijn lens de goede kant op kan laten wijzen.

Deze pimpelmees had wat dat betreft net wat meer gevoel voor pose.
Pimpelmees
Zelfde stam, zelfde kleuren, zelfde houding, maar toch een veel prettiger plaatje. Tja, je hebt het, of je hebt het niet. Maar misschien kan deze mees toch eens wat tips geven aan die boomklever.

En ook deze merel had een mooi plekje tussen de boterbloempjes (?) gevonden.
Merel man tussen de bloempjes
Een aardige observatie van een andere soort, het lijkt er op dat 'onze' reigers een dak van een van de grote bedrijfsgebouwen als favoriete hang-out geadopteerd hebben. Tegenwoordig zie ik bijna altijd reigers daar op dat dak zitten, en zeker 's avonds ook meer dan 1.
Blauwe reiger op dat dak

Bij de kokmeeuwen kondigt de winter zich alweer aan. Ze verliezen de zwarte kop die bij hun zomertooi hoort. Nu zijn kokmeeuwen daar ook wel vlug mee, ze kunnen in januari hun zomerkleed alweer hebben.
Kokmeeuw in  vervagend zomerkleed

Maar goed, het is nog geen winter, er zijn nog volop zwaluwen ook al is het was rustiger bij de oeverzwaluwwand.
zwaluwschaduw met oeverzwaluw
 En eindelijk een redelijk goed zich op de oeverloper.
Oeverloper
 Ik heb hem al zo vaak geprobeerd te fotograferen. Echt dichtbij kom je nooit, maar met deze foto in gedachte moet iedereen hem toch kunnen herkennen.

Ik beloof u dat ik u voorlopig niet meer zal lastigvallen met oeverlopers. Waarmee dan wel, zal de volgende keer blijken. Ik hoop dat u dan toch ook weer even over mijn schouder wil meekijken.

Tot dan.



zondag 7 juli 2019

Angstige dagen voor ouders

Als ouder van een kuiken (je bent zelf dan een vogel) doorsta je heel wat angsten voordat jouw kroost op zijn eigen poten kan staan / uitgevlogen is. En als vogelkijker leef je met ze mee. Hoewel dat ook weer wat dubbel is, die kuikens worden ook vaak gegeten door andere vogels, die zelf ook maar weer honger hebben of voor hun nageslacht willen zorgen. De natuur is vooral nogal cynisch; als je als soort niet zo goed bent in het verdedigen van jouw broedsel, dan moet je maar zorgen dat je met veel begint. Dan worden er een paar misschien later toch zelf papa en mama. Moedereenden beginnen niet voor niets met zo'n sliert kuikens.

Hoe dan ook, ik ben altijd weer blij als een kuiken de eerste fase van zijn leven veilig doorkomt. Zo sprak ik in mijn vorige blogpost mijn zorgen uit over de scholeksters op het sedumdak. Maar het lijkt er op dat dit jong het gered heeft.
Volwassen scholekster met jong op de voorgrond
Ik zag een groepje van drie scholekster in de grond peuteren, waarvan eentje duidelijk een uitgegroeid jong is. Je kan het jong herkennen aan zijn wat grijzere verendek, zijn bleek-oranje snavel met zwarte punt en het nog ontbreken van de rode ring rond het oog. Hoewel ik natuurlijk niet zeker weet dat het om dezelfde scholeksters gaat als van de vorige keer, zou het heel goed kunnen. Zoveel paartjes heb je hier niet. Het mooie van scholeksters is dat ze erg oud kunnen worden, zoals ik al eens eerder beschreven heb. Dus als een paartje een paar jaar een enkel jong weet groot te brengen, is dat voor de soort al goed nieuws.

Soms gaat het ook mis. Ik zag een gewone ekster bij de oeverzwaluwwand ineens even voor een nest hangen en toen boven de wand wat oppeuzelen. Ik heb niet kunnen zien wat deze nazaat van de dino's te pakken had, maar erg veel fantasie is er niet voor nodig.
Knabbelende ekster
Blijkbaar waren de oeverzwaluwen aan het uitvliegen, want er hing daar ook al een blauwe reiger rond.

Ekster is trouwens een naam die op allerlei niet verwante vogels geplakt wordt. Noch de klapekster, of de scholekster zijn verwant aan de gewone ekster, of aan elkaar. 

Ik heb de indruk dat je als nijlgans wel een goede kans maakt jouw jeugd te overleven. Papa en mama zijn behoorlijk fel. Iets kleiners dan een vos of zo zal er niet snel aan beginnen.
Familie nijlgans poserend tussen de bloemetjes
In het kader van de familieberichten, ik wist al dat er een steenuiltjes in ons park een paar waren, maar nu heb ik ook twee samen gezien. En gefotografeerd, zij het niet erg duidelijk.
Paartje (?) steenuil
Ik zag pas thuis dat er twee uiltjes op de foto staan. Ik kom niet te dichtbij, en ze hebben een goede schutkleur. Ik weet niet zeker of dit vader en moeder zijn of ouder en jong. Maar hoe dan ook aardig.

Het is geen groot nieuws, maar ik ben altijd blij als ik een (ring)mus tegenkom. Mussen zie je om de een of andere reden niet zoveel hier in Meerrijk. En hoewel ze het niet zo goed schijnen te doen, zijn mussen nog altijd zeer algemeen.

Ringmus
Hoe dan ook, ik heb een zwak voor deze pittige brutale vogeltjes.

En dan nog een kijktip, zeker op warme dagen krijgen ook gierzwaluwen dorst. Om te drinken vliegen ze dan laag over het water van en plas en scheppen ze een water op. Dat kan je ze zien doen bij de oeverzwaluwwand. Normaal gesproken zie je ze vooral hoog in de lucht, maar zo kan je ze wat dichterbij zien.
Een gierzwaluw die een slokje gaat drinken
En omdat een zwaluw geen lente of zomer maakt, en om te vergelijken, hier nog wat oeverzwaluwtjes.
Oeverzwaluwtjes in de vlucht

Dat was het weer, tot een volgende keer.



maandag 10 juni 2019

Varia

Het is alweer een tijdje geleden dat u een berichtje van mij ontving. Dat heeft geen diepe oorzaak, maar is meer een combinatie van allerlei factoren. Het lijkt er op dat we daarvan de meeste nu achter de rug hebben (er staan b.v. geen vakanties in de nabije, of andere, planning) dus kan ik mij weer wijden aan deze blog.

Tussendoor heb ik toch nog wel wat gefotografeerd, en de resultaten wil ik toch eerst met u delen. Zo zag ik deze grote bonte specht.
Grote bonte specht, vrouw
 Over het algemeen ben ik niet zo goed in het bepalen van het geslacht van veel vogels. Eenden zijn natuurlijk makkelijk, maar heel vaak lijken het mannetje en het vrouwtje erg op elkaar. Een bonte specht is een leuke oefenvogel. Spechten komen in drie maten (S, M en L). De grote bonte specht is te herkennen aan zijn rode stuit -die op deze foto dan weer niet zo heel goed te zien is- en is het algemeenst. De middelste en de kleine bonte specht hebben een rood schedeldak en lijken dus nogal op elkaar, maar de middelste is heel zeldzaam in Nederland; je komt hem eigenlijk alleen in Limburg tegen. Grote bonte mannetjes hebben daarbij een rode plek op de achterkant van hun kop, dus is deze vogel een vrouw.

Een andere aardige observatie vond ik deze koolmees, die huisvesting gevonden had tussen de stenen van een oeverwandbekleding. Weer eens wat anders dan een huisje in een tuin.
Koolmees voor de ingang van zijn/haar huis


Een maand geleden was het bij de oeverzwaluwmuur een drukte van belang. Ik heb wel eens vaker mijn twijfels over de huwelijkse trouw van oeverzwaluwen uitgesproken, en ook nu weer zag ik verdachte combinaties.
Oeverzwaluwen
Bij huisje 124 hebben zeker drie oeverzwaluwtjes het gezellig, en misschien zijn het er wel vier.

Synchroon vliegen voor zwaluwen

Ik heb er al verschillende keren eerder over bericht, ik zie regelmatig een oeverloper. Het beestje is zo schuw dat het zich bijna niet laat fotograferen. Dat is nog steeds het geval, maar ik heb toch weer een iets betere foto, geloof ik.
Oeverloper in de verte
Ook wel een mooi vogeltje, toch?

We hebben ook een scholekster paartje dat zich ieder jaar hier meldt om op het sedumdak een jong proberen groot te brengen. Of het dit jaar gelukt is weet ik niet, maar het jong was wel aardig op weg. 
Scholeksterkuiken
Scholekster ouder op wacht
Toen we terugkwamen van vakantie was het kuiken er niet meer, maar dat zegt weinig. Het kan natuurlijk gepakt zijn door een rover, informeer eens bij uw poes, maar het kan ook uitgevlogen zijn. We hopen maar op het laatste.

En tenslotte nog maar een vakantiefoto, omdat het zo'n fraaie vogel is.
Bijeneter (op Kos, Griekenland)
Ik had ook nog wel een mooie reiger in de aanbieding, maar die toon ik al zo vaak.

Tot een volgende keer. Hopelijk wat vlotter nu.