zaterdag 16 februari 2019

Goede tijden

Zo'n titel gaat een pessimist als ik altijd een beetje tegen zijn natuur in, maar voor vogelfotografie zijn het goede tijden. Natuurlijk niet steeds, grauwe regenachtige dagen leveren zelden mooie plaatjes op. Maar als het wel licht is, dan is er van alles te zien. Als ze het koud hebben kruipen vogels dichter tegen de mensheid aan. En omdat er geen blaadjes aan de bomen zijn is daar veel van te zien. Deze keer de oogst van twee tamelijk korte wandelingen, eentje in de sneeuw en eentje in het zonnetje dat een te vroeg voorjaar lijkt aan te kondigen.

Tijdens mijn wandeling in de sneeuw was het echt mezenfeest. Ik zag staartmezen, pimpelmezen, en koolmezen. Allemaal in groepjes foeragerend op bomen en planten. Om te fotograferen niet altijd even makkelijk, want ze zijn zeer bewegelijk. Maar soms is te laat net op tijd.
Wegvliegende staartmees
Koolmezen zie ik eigenlijk altijd wel, en dat geldt ook voor pimpelmezen. Staartmezen zijn geloof ik niet perse zeldzamer, maar ze zijn misschien iets schuwer. Ik kom ze in ieder geval veel minder vaak tegen. Ze verschillen zo van andere mezen dat ze tot een aparte familie behoren. Aan de andere kant zie je ze wel vaak in de buurt van andere meessoorten.
Pimpelmees die ik in de buurt zag
Op mij maken ze altijd een gezellige indruk.

Blauwe reigers zijn geen nieuws, maar onderstaand exemplaar leverde wel een mooie foto op.
Blauwe reiger wachtend op betere tijden
Ik ben in de verleiding om een prijsvraag uit te schrijven, voor wie het lolligste tekstwolkje hierbij kan bedenken. Maar laten we dat maar aan André van Duin overlaten. Het is wel fascinerend om te bedenken dat die dunne poten zo goed tegen kou kunnen. Je zou verwachten dat zo'n poot makkelijk bevriest, maar de truc is natuurlijk dat er nauwelijks iets in zit dat kan bevriezen. Alle spieren zitten op afstand tegen de de romp van de vogel aan. Een vogelpoot bestaat vooral uit pezen, botjes en een huid met schubben die niet gauw bevriezen. Zo'n poot heeft maar heel weinig bloedtoevoer nodig om te kunnen functioneren en mag best een stuk kouder worden dan de rest van de vogel.

En een paar weken later was het heel ander weer. Normaal gesproken zie ik groene spechten altijd veel te laat, namelijk als ze uit het gras opvliegen en er meteen vandoor zijn. Maar dit exemplaar nam even de tijd om lekker in het zonnetje te gaan zitten. Waarvoor mijn welgemeende dank.
Groene specht die profiteert van het zonnetje
En zo kon ik een vaste bewoner van ons park eindelijk weer eens fotograferen.

Een passant is ook weer even (?) terug.
Grote zilverreiger in het riet
En waar ik ook weer blij mee ben: de wintertalingen zijn toch terug. Misschien niet allemaal, maar ik had ze helemaal niet meer verwacht, deze winterperiode. Door de droogte in het park was de plek waar ik ze vorige jaren zag, niet langer aan het water. Maar ik denk dat ze na alle regen van de afgelopen tijd toch weer op hun vertrouwde plekje zijn afgekomen.
Wintertaling man, suffend in het zonnetje
Hoewel ons park het niet altijd makkelijk heeft, door droogte en door alle bouwactiviteiten die storen en het park verder inbouwen, blijft er nog steeds een boel te zien. En ik probeer dat te blijven doen. Ik kan het u ook aanraden.

Hopelijk tot een volgende keer.


zaterdag 9 februari 2019

Vals spel 3 (deel 3: Argentinië)

Argentinië dus.  In Argentinië zijn we op twee zeer verschillende plaatsen geweest; Puerto Madryn en Buenos Aires. Om een bruggetje te maken met de vorige blog, eerst nog maar wat pinguïns.
Magelhaenpinguïns (Magellanic penguins) in Puerto Madryn
Pinguïns associeer je met sneeuw en koude en in Puerto Madryn was het zonnig en warm. Het grappige is dat die pinguïns zichzelf daar ook niet helemaal thuis lijken te voelen. Ze zoeken de schaduw op en staan vaak met een open bek te hijgen om zichzelf te koelen. Niettemin lijken de broedkolonies het daar goed te doen.
Magelhaenpinguïns in de schaduw (zoals u ziet, bijzonder schuwe vogels)


Niet zo heel ver van de pinguïns hadden we nog een mooie observatie.
Een holenuil (burrowing owl)
We konden ook het holletje zien. Het beestje nestelde aan de kant van een weg. Het is een wat kleiner uiltje, maar wel wat groter dan onze steenuiltjes. En net als steenuilen dus overdag actief; nou ja, wakker. Een echt bijzondere observatie is zo'n uil trouwens niet. De holenuil is zeer algemeen op het Amerikaanse continent en er zijn zelfs 22 ondersoorten van.

Klein zijsprongetje. Wij hadden gehoopt in de buurt van de pinguïns ook nog zeeleeuwen te zien. Die waren er niet meer. Maar wat troffen wij aan op de bulbsteven (die bult onder de boeg die veel zeeschepen hebben) van ons schip?
Zeeleeuw (Sea lion)
Buenos Aires is een miljoenenstad en niet de meest voor de hand liggende plek om vogels te gaan kijken. Dat was dan ook niet perse het doel van ons verblijf daar. Maar een vogelaar ziet altijd wel wat en soms meer dan waar ie op mocht hopen. (Het valt natuurlijk ook wel eens tegen.) Hoe dan ook, het park dat dicht bij ons hotel was, was ook qua vogels de moeite waard.

Rosse ovenvogel (Rufous Hornero or Red Oven Bird)
De rosse ovenvogel is de nationale vogel van Argentinië en mocht hier natuurlijk sowieso niet ontbreken. Vooral het rosse staartje is mooi en valt echt op als je hem voor het eerst ziet. De naam 'ovenvogel' is trouwens geen verwijzing naar de culinaire waarde van deze vogel, maar naar zijn nest. Ovenvogels, er zijn meerdere soorten, bouwen een nest dat wel wat lijkt op een kleioven.

Grote kiskadie (Great Kiskadee)
Ook weer een tamelijk algemene vogel voor daar, maar voor mij toch leuk om te zien. Een insecteneter, met als bijzonderheid dat ze ook wel eens wil duiken naar een klein kikkertje of visje. Daarmee is het een van de weinige vissende zangvogels.

Bigua-aalscholver (Olivaceous Cormorant)
De bigua-aalscholver lijkt op het eerste oog behoorlijk op zijn Nederlandse broer/zus, maar is in werkelijkheid veel kleiner. Dit exemplaar zit zo sierlijk op zijn paaltje, dat ik hem toch niet kon laten verstoffen op de harde schijf van mijn computer. Zoals alle parkvogels in deze blog, geen bijzondere observatie, maar voor Nederlandse ogen toch de moeite waard.

Camposspotlijster (Chalk-browed mockingbird)
Over bovenstaande vogel heb ik een tijd getwijfeld. Maar ik ben er vrijwel zeker van dat het en camposspotlijster is, hoewel die op de meeste foto's grijzer toont. Maar het is eigenlijk de enige spotlijster/mockingbird die algemeen is in het gebied van Buenos Aires.

Kwak (Black-crowned night heron)
Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een kwak gezien heb in Nederland, volgens mij blijven ze hier ook bij voorkeur verborgen in het riet, maar in Buenos Aires is het dus gelukt. Het is een reigertje met rare proporties, en grote ogen omdat hij vooral in de schemer jaagt. Het is op een aantal manieren een bijzondere vogel. Ten eerste komt ie, met uitzondering van Australie, zo'n beetje overal voor waar water is. Een ander grappig weetje, kwakken gebruiken soms aas om vissen te lokken. Ze gooien dingetjes in het water in de hoop dat hun prooien daar dan weer op af komen.

Monniksparkiet (Monk Parakeet)
En tot slot dan maar deze monniksparkiet. Deze vogels waren volop aanwezig in het park maar bijzonder lastig te fotograferen. Je hoort ze steeds en ze vliegen razendsnel van kruin naar kruin. In de vlucht hebben ze prachtige blauwe vleugeldelen, maar eenmaal in de kruin van een boom valt het heldere groen van hun veren perfect samen met dat van de blaadjes. En dan zijn ze ook nog eens zeer bewegelijk. Dit exemplaar bleef net lang genoeg zitten voor een foto, en die was gelukkig redelijk geslaagd. Monniksparkieten kunnen zich ook in Europa goed redden en er zijn hier ook kolonies in parken.

Koningspinguïn
En met deze buigende koningspinguïn neem ik afscheid van Zuid-Amerika en Antarctica. De volgende blog gaat weer gewoon over ons park.

Tot dan.