zaterdag 24 september 2016

Waterstand en buikpijn

Bij mijn eerste wandeling door het park na mijn vakantie viel de opkomst van de vissers tijdens mijn afwezigheid op.
Ik heb het dan natuurlijk vooral over de vissende vogels. De aalscholvers zijn weer terug nadat ik ze de hele zomer niet gezien heb. Er waren er nu weer een stuk of vijf.
Aalscholvers

En vissen moet je leren. Er was een jonge fuut, die zo op het oog een beetje in het wilde weg dook en ondertussen wel erg hard piepte. Hij/zij wilde best zelf proberen om de kost bij elkaar te scharrelen maar werd eigenlijk toch nog wel het liefst door pa of ma gevoed. Maar die lieten zich niet zien. Vermoedelijk vonden ze dat hun kroost nu maar op eigen benen moet staan. De dagen van het vertroetelen en schuilen in moeders veren zijn duidelijk voorbij.
Jonge fuut tussen veel troep
Niettemin, al die vissers doen al vermoeden dat er wat te vangen valt. En dat kan zelfs te veel zijn.
Soms kan je je geluk niet op
Ik zag een reiger die een wel erg grote prooi naar binnen probeerde te werken. Een paar keer had ie zijn vis bijna binnen maar kokhalsde hem toch weer terug. Blijkbaar geneerde hij zich toch een beetje voor zijn eetmanieren, want toen hij mij in de gaten kreeg vloog hij een stukje verder.
Bijna binnen
Langzaam aan lukte het toch om zijn vangst naar binnen te worstelen. Maar volgens mij hield hij er wel een beetje buikpijn aan over.
Toch maar een Rennie?
Ik zag verderop een reiger in het gras liggen rollen. Je weet het nooit zeker, maar ik heb het sterke vermoeden dat onze succesvolle visser daar een beetje lag te leiden onder al het succes.

De waterstand in ons park bleef deze zomer veel beter op peil dan in voorgaande jaren. Misschien heeft dat de visstand goedgedaan en is dat de achterliggende verklaring voor de opkomst van alle vissers en de buikpijn van onze reiger.

Wie zal het zeggen.