zondag 11 juni 2017

Puberteit

Vogels worden zelfstandig met een verbluffende snelheid. En zo lijkt het of de pluizenbolletjes die nog maar twee maanden geleden uit het ei kropen nu al aan hun pubertijd toe zijn. Dat is grappig om te bekijken. Behalve verschillen tussen de soorten zie ik ook individueel andere benaderingen.

Futenjong met druppeltjes
Bovenstaand futenkuiken was al ijverig zelf op zoek naar een hap. Het heeft niet veel zin een duikende fuut te fotograferen (of u moet gesteld zijn op een spiegelend wateroppervlak) maar aan de druppeltjes op zijn/haar rug kan je zien dat hij/zij net onder water is geweest.
Ouder achtervolgd door jong
Andere jonge fuutjes kiezen toch een andere benadering. Deze zat de hele tijd luid piepend achter een ouder aan, in de verwachting dat die wel voor eten op tafel zou zorgen. Maar ik vraag me af of dat nog vaak gaat gebeuren. Pa of ma fuut had duidelijk niet zoveel zin meer in interactie met het nageslacht, en zwom iedere keer weg als kind zich meldde.
Baltsende futen
De futen hadden meer interesse in volwassen soortgenoten. Soms baltsende ze even. Misschien voor een volgende leg.
De familie nijlgans
Ganzenfamilies blijven wel lang bij elkaar. De nijlganzen waren dit jaar zo'n beetje de eerste vogels met jongen in ons park, en ze zijn nog steeds bij elkaar. De jongen komen al mooi op kleur.

Nog even een zijsprongetje.
Geringde ganzen
De halsringen die tegenwoordig bij ganzen gebruikt worden, maken het veel makkelijker individuele vogels te volgen. Ze schijnen met een spotting scope op 300 meter nog uit te lezen te zijn. Dat heeft weer tot een verrassend nieuw inzicht geleid. Grote Canadese ganzen broeden waarschijnlijk maar één keer in hun leven. Ik nam aan dat het paartje dat dit jaar jongen heeft, hetzelfde paartje was dat vorig jaar hier had gebroed. Maar dat is dus hoogstwaarschijnlijk niet zo.

Blijft dat zo'n ring niet het meest charmante halssieraad is.

Eenzame jonge kraai
Een vogeljeugd is een gevaarlijke levensfase. Bovenstaande jonge kraai geef ik niet veel kans. Misschien te vroeg het nest verlaten? In ieder geval was hij nogal apathisch en er waren geen ouders in de buurt. Tja, de natuur...

En tot slot een zoekplaatje
Goed verborgen meerkoetkuikens (piepen zelf bij denken)
Nee, op bovenstaande foto is inderdaad geen vogel te zien, maar dat bosje riet piepte voor tien. (vergeef me het rijm.) Ik denk dat het meerkoetjongen waren die zich daar verborgen (voor het oog) hielden. Maar paps en mams moesten hun natuurlijk niet vergeten, en dus compenseerde het gebrek aan visuele aanwezigheid op akoestische wijze.

Zo moet ieder jong proberen de risico's van reigers en ondervoeding met elkaar in evenwicht te brengen.

Ik blijf het voor u in de gaten houden. Tot een volgende keer.



maandag 5 juni 2017

Vals spel

Deze keer een andere blog dan gewoonlijk. Ik ben mee geweest met een vogelreisje naar de Farne eilanden. Daar heb ik foto's gemaakt waarvan ik er een paar met u wil delen. Dus iedereen die alleen geïnformeerd wil worden over park Meerland kan hier afhaken.

Papegaaiduikers

U bent er nog? Dan eerst wat over de Farne eilanden. De Farnes is een eilandengroep aan de oostkust van Engeland, net ten noorden van Newcastle. Het bijzondere aan deze eilanden is dat er rond deze tijd grote groepen zeekoeten, alken, Noorse sterns en papegaaiduikers broeden. Het is een reservaat, en als bezoeker mag je zeker niet overal komen, maar er blijft genoeg over.

Om dan maar meteen met de schattigste vogeltjes te beginnen, op sommige delen van de eilanden broeden duizenden papegaaiduikers in holen(!).
Papegaaiberkduiker bij hol
Papegaaiduikers hebben een grappig broedritueel. Zoals gezegd, ze broeden in holen. En als de eieren uitkomen blijven de jongen in dat hol zolang de ouders hen voeden. Maar op een mooie dag vertrekken alle ouders ineens. In de daarop volgende nacht vliegen de hongerige jongen uit. Papegaaiduikers zijn niet erg groot, flink kleiner dan onze eend, en de jongen zijn dan ook een makkelijke prooi. Maar blijkbaar lukt het op deze manier toch om voldoende jongen groot te brengen.
Papegaaiduiker in vlucht

Op dezelfde eilanden broeden Noorse sterns. Noorse sterns lijken erg op onze visdiefjes en delen ook het felle verdedigen van hun nesten. De paden voor bezoekers van eilanden komen hier en daar vlakbij de nesten en sterns vallen zonder enige angst iedereen aan die ze uit de buurt van hun nest willen hebben. Daarbij pikken ze en schijten ze op hun -vermeende- belagers.
Noorse stern in de aanval
Hoofddeksels zijn een noodzaak. Mensen die dat vergeten, lopen bloedende hoofdwonden op. Maar behalve dappere zijn het ook mooie, scherpgesneden vogeltjes.
Geringde Noorse stern
Een andere soort die daar ruim vertegenwoordigd is, is de kuifaalscholver. Een beetje de rock-and-roll versie van onze scholver, zal ik maar zeggen.
Hoe deze vogel aan z'n naam komt is niet zo moeilijk te raden
Ook van deze vogel konden we heel dicht bij sommige nesten komen, en er waren er al met jongen.
Kuifaalscholver met een ei en twee heel jonge aalscholvertjes
Aalscholvers zijn in onze ogen niet altijd moeders mooiste.
Niet in alle opzichten een schoonheid

Zeekoeten zijn misschien wel de meest voorkomende vogels op de eilanden.
Zeekoeten
Van die zeekoeten is ongeveer 10% gebrild. Afgezien van de bril is er geen verschil tussen die zeekoeten en gebrilde zeekoeten worden dan ook niet als een ondersoort gezien.
Gebrilde en gewone zeekoeten

Op de Farnes broeden ook veel alken.
Schijnbaar tevreden alkenpaartje
Jan van Genten waren er ook maar die hebben we niet op de grond gezien.
Jan van Gent in de vlucht
Ook wel bijzonder waren de Noorse stormvogels. Er broeden er daar niet zo veel van. Uiterlijk hebben ze veel weg van meeuwen, maar ze zijn helemaal niet verwant.
Broedende Noorse stormvogel
Tenslotte nog even een eidereend. Vooral de mannetjes zijn bijzonder met de groen halsvlek.
Meneer eidereend met groene halsvlep

 Wat uiteindelijk overheerst is de indruk van gigantische vogelrijkdom. En de vele vogelliefhebbers die dat aantrekt.

Vogels en vogelaars

Ik hoop dat u er een beetje plezier aan beleeft heeft. De volgende keer is er weer een gewone blog. Tot dan.