zondag 21 maart 2021

Terug van weggeweest

Het is bijna een jaar geleden dat ik voor het laatst over ons park berichtte. Of u mij erg gemist heeft kan ik niet beoordelen; ik vermoed dat dat wel meeviel. Maar mij viel het zelf wel tegen en het was wat onverwacht. Mijn 'sabbatical' had te maken met Corona. En juist dat voelt wat tegenstrijdig. Je zou verwachten dat ik juist dan extra tijd heb om te bloggen over de vogels in ons park. Dat kon/kan tenslotte als een van de weinige dingen nog steeds. Het is een mooie ontspanning en ook meteen een ontsnapping uit de dagelijkse stroom Coronanieuws. Maar ik ben dus ongeveer een jaar stilgevallen. Dat was voor een deel praktisch; ik kreeg last van mijn Achillespees. Misschien iets te fanatiek gewandeld in Coronatijden. Maar ik had vooral last van een motivatiedip. Blijkbaar waren al die Corona-ontwikkelingen zo overheersend dat er geen andere dingen meer in mijn hoofd bijpasten. 

Enfin, ik vond dat dat ik u een verklaring schuldig was, maar nu weer verder met de vogels. Dit is de tijd om vogels te kijken omdat alles z'n uiterste best doet om op te vallen en er nog geen blaadjes zijn om dat een beetje aan het gezicht te onttrekken.

Eerst nog maar even een gewaardeerde wintergast. Al een tijdje overwinteren bij ons een paar paartjes wintertalingen.

Man wintertaling
Man wintertaling
En dat zou je een klein cadeautje kunnen noemen, want het zijn mooie maar wat schuwe eendjes en daarvoor moet ons park met alle Corona- en bouwdrukte niet aantrekkelijker geworden zijn. Daar komt nog bij dat bijna al het water een week dichtgevroren is geweest. De wintertalingen zullen ondertussen wel weer weg zijn, laten we hopen dat ze volgend jaar zich weer melden.

De halsbandparkieten zijn er ook nog steeds. Ik heb ze een tijdje niet gehoord, maar hier is er toch weer eentje in het voorjaarszonnetje.

Halsbandparkiet

Wat wel opvalt, is dat in het westen van het land er sprake is van behoorlijk grote kolonies in de parken, terwijl wij het al een paar jaar met 1, vermoedelijk hetzelfde, paartje doen. 

Het mezenkastjesproject lijkt ook succesvol, want het stikt in ons park van de kool- en pimpelmezen. 

Pimpelmees

Ik zou een hele blog kunnen vullen met meesjes in allerlei standen, maar voor nu moet u het maar doen met dit pluizige bolletje.

Tussen al het voorjaarsgeluk ook weer een bescheiden nieuwtje.

Zanglijster

 Ik had nog geen behoorlijke foto van een zanglijster, maar nu dus wel. Zanglijsters vallen vooral op door, ja ja, hun zang. Ze zingen heel afwisselend en harmonieus. Vooral dat 'afwisselend' kan je ook zeggen van mezen, maar die liedjes klinken veel feller. De zanglijster is familie van de merel; dat zijn ook van de melodieuze zangers. In vergelijking met een merel is een zanglijster wat kleiner, ze zijn het kleinste familielid van de lijsterachtigen. Het succes van een vogelsoort in Nederland hangt vooral af van de mate waarin de soort zich weet aan te passen aan de mens en zijn beschaving. De merel heeft een succesvolle overgang weten te maken van schuwe bosvogel naar tuinvogel. De zanglijster blijft wat schuwer en is daarom wat minder succesvol als soort. En blijft dus een wat bijzonderder observatie, hoewel het ook een algemene soort betreft.

En voor de rest gaat het parkleven gewoon door.

Futen baltsen in het riet

Aalscholver in 'prachtkleed'

En binnenkort zullen zich wel weer de eerste kuikens van het nieuwe voorjaar aandienen. Nijlganzen zijn altijd heel vroeg met jongen, maar dit jaar zou de late vorstperiode het eerste broedsel wel eens fataal kunnen zijn geweest.

Nijlganzen van de rug

Maar als ik bovenstaand paartje zo zie, dan zal er vast wel een herkansing komen. 

Waarvan ik dan weer bericht hoop te doen. Tot een volgende keer.