zondag 20 november 2022

Algarve

U heeft het ondertussen wel begrepen, de fut is er een beetje uit bij mij en het park. Helaas, het is niet anders. Misschien verandert dat ook wel weer eens. Maar ondertussen zijn wij naar de Algarve op vakantie geweest. En hoewel dat niet gedacht was als een vogelreis is dat er toch wel eentje geworden. Met zoveel aardigs en soms bijzonders dat ik de behoefte voel om dit met u te delen. Mensen die alleen geïnteresseerd zijn in parkvogels kunnen deze blog dus overslaan. Maar voor hun was de titel ook al een weggevertje.

Wij zaten in de buurt van Faro. Daar is het Ria Formosa natuurpark, het estuarium van de Formosa rivier. Daarover later meer, maar eigenlijk was er ook al een boel te zien op het terrein van ons appartementencomplex(je). Om maar met de deur in huis te vallen, een van de eerste vogeltjes die ik daar fotografeerde, kon ik eerst absoluut niet thuis brengen.

Sint Helenafazantje

Want wie dacht er nu meteen: 'Sint Helenafazantje'? Als er iemand was die dat al wist, dan was dat misschien omdat hij/zij dit vogeltje kent uit een Nederlandse volière. In de Algarve is het een wilde vogel, al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat de populatie daar waarschijnlijk ook ontstaan is door ontsnapte volièrevogels. Dit fraaie vogeltje komt oorspronkelijk uit sub Sahara Afrika. De Nederlandse naam is trouwens ook nog wel grappig: de eerste Nederlandse observaties van dit vogeltje zouden zijn geweest op het eiland Sint Helena. Ook daar komt deze vinkachtige van nature niet voor maar is waarschijnlijk geïntroduceerd door/in het gevolg van de verbannen Napoleon Bonaparte. Niettemin, 'Sint Helenafazantje' klinkt toch als een veel mooiere observatie dan het Engelse 'Common Waxbill', dus het misverstand is toch ergens goed voor.

Nog een Sint-Helenafazantje

In die tuin zat ook allerlei ander klein grut, dat ik helaas over het algemeen niet goed genoeg te zien kreeg om te determineren. Gelukkig kwamen er ook blauwe eksters voorbij. 

Blauwe ekster

Minder bijzonder, maar toch ook mooi.

We zijn een paar keer via publieke paden het natuurpark in geweest. Een vogel die daar zeer algemeen is, is de kleine zilverreiger. 

Twee kleine zilverreigers

Bovenstaande plaatje vond ik wel mooi, maar eigenlijk zie je ze vooral zo:

Een kleine zilverreiger

Zoals je in zo'n gebied kan verwachten, zie je er allerlei steltlopers. Die kunnen sowieso wat op elkaar lijken, en in deze tijd van het jaar tonen de verschillen nog wat kleiner. Dus iedereen die het met mijn determinatie niet eens is, laat het weten. Ik leer graag bij.

Eerst iets bijzonders waar ik wel redelijk zeker van ben, ook al is de foto niet om over naar huis te schrijven.

Verre visarend

Dit was zo'n beetje de eerste vogel die we zagen toen we bij een soort meer aankwamen. Ik zag iets tamelijk groots vliegen en dacht aan een of andere meeuw. Niet dat zo'n arend daar nou speciaal op lijkt, maar je verwacht niet meteen iets bijzonders te zien. Voordat ik en mijn camera wakker waren was hij/zij alweer een stuk verder aan het vissen. Maar uiteindelijk kon ik toch nog een paar verre foto's maken. Daarvan is deze de meest karakteristieke. Ik geef toe dat de foto niet super overtuigend is, maar gecombineerd met het gedrag heb ik weinig twijfels. Volgens mijn boekjes broedt de visarend niet in dit gebied, maar het is goed voor te stellen dat hij het als passant daar toch wel naar zijn zin heeft.

Maar dit is dus voor mij een probleemgevalletje.

Oeverloper

Ik denk dat dit een oeverloper is. Het opvallendste kenmerk is dat zijn witte buik doorloopt tussen de bruine vleugel en borst. Maar wat moet ik hiermee?

Witgatje?

Deze heeft niet die specifieke witte scheiding tussen vleugel en borst, en ook de staart lijkt wat anders. Wel op bijna dezelfde plaats gefotografeerd en vergelijkbaar qua gedrag. Als iemand weet te melden dat dit toch bijvoorbeeld een oeverloper met nog wat juveniele kenmerken is, dan geloof ik dat ook.

Rosse grutto?

En ik denk dat dit een rosse grutto is. Wederom niet helemaal zeker. Ik kan wel verklappen dat de snavel van deze vogel veel langer is dan van beide bovenstaande. Maar het winterkleed is veel minder informatief en ook niet erg ros. 

En tenslotte dit zoekplaatje.

Van alles

Toen ik dit deze foto maakte was ik vooral onder de indruk van de vogelrijkdom op een roestige steiger. Toen ik later nog eens goed keek had ik spijt dat ik niet ook een paar keer verder had ingezoomd. Hieronder een fragment omdat bovenstaande foto in mijn blog een gereduceerde resolutie heeft.

wulpen, steenlopertjes en sternen

De wulpen zijn goed te herkennen aan hun kromme snavels. Het zouden eventueel ook nog regenwulpen kunnen zijn, maar die komen ook daar veel minder voor. De kleine vogeltjes met een helder witte buik en bijna zwarte vleugels zijn waarschijnlijk steenlopers. Ik kon geen andere gelijkende soorten vinden met zo'n groot contrast tussen buik en vleugels. De sternen zijn niet goed in beeld. Ik vermoed dat het visdiefjes zijn, omdat dat zo'n algemene soort is.

Gelukkig zijn er dan altijd nog eendjes. Zoals ik wel vaker heb gemeld zijn eenden ideaal voor de zwakkere vogelaar. 

Krakeend

Moeten ze wel een beetje gunstig in het licht zitten. Dat deden ze hier niet, maar over deze krakeend heb ik weinig twijfel.

Paartje slobeenden?

Door het tegenlicht en de houding heb ik geen goed zicht op de karakteristieke snavel als het een slobeend zou zijn. Maar ik ben er toch wel redelijk van overtuigd dat het hier om slobeenden gaat. Het alternatief is een of andere hybride, die bij eenden ook in het wild wel voor schijnen te komen.

Zo, dat was weer hard werken voor deze vogelaar. Ik ben bang dat ik weer aan vakantie toe ben. 

Tot een volgende keer!


donderdag 2 juni 2022

Soms komt het ook wel goed

 Lang niet altijd leveren mijn tochtjes door het park een aardige foto of zelfs maar een aardige observatie op. Maar laatst was het wel prijs en dat wil ik toch even met u delen.

Ik had al een paar keer gepiep uit een holletje, op ooghoogte, in een boom horen komen. En eigenlijk nam ik aan dat het wel om koolmeesjes zou gaan. (Dat is mijn vuistregel, als ik in het park vogelgeluid hoor dat ik niet herken als van een specifieke soort, dan gok ik op koolmees. Dat klopt vaker dan je zou hopen. Er zitten in ons park gewoon veel koolmezen en ze klinken voor mij vaak als een soort standaardvogeltje. Ja, dat zegt iets over mijn -gebrek aan- ornithologische kennis.) Maar toen ik een bonte specht in de buurt zag ben ik toch een poosje blijven hangen. En na wat wachten stak er inderdaad een spechtenjong z'n (m/v) kopje uit het hol!

Jonge grote bonte specht

Ik was redelijk dichtbij, dus meer dan een paar haastige blikken kreeg ik niet te zien. Een poosje later meldde zich de familie: de ouders en zeker 1 broertje of zusje. Blijkbaar was het zo'n beetje uitvliegtijd. De ouders riepen hun spruit voortdurend in do hoop dat hij/zij ook de wijde wereld zou gaan verkennen maar het laatste (?) jong bleef om eten bedelen. Ik neem aan dat mijn aanwezigheid de ouders ook wat terughoudend maakte, maar uiteindelijk kon moeder het niet langer aanhoren en meldde zich met een snavel insecten. 

Moeder specht

Na wat omtrekkende bewegingen kreeg spruit het hapje waarvoor zo hard gebedeld was.

Moeder voedt jong

Vooral op de laatste foto kan je goed zien dat moeder helemaal geen rood op haar kruin heeft, dit in tegenstelling to haar echtgenoot. Nou ja, partner. Er zal wel geen sprake zijn geweest van een huwelijk.

Behalve dit spechtenfeestje zag ik op eens weer een boel vertrouwde parkbewoners terug of bezig met jongen. Zo probeert het scholeksterpaar weer een jong groot te brengen op het dak van De Hangar of de aanpalende school. Dat gaat gepaard met veel geschreeuw naar langslopende tweebeners.

Schreeuwende scholekster

Het grootbrengen van een jong op die plaats lijkt me geen makkie, maar ik ben toch altijd weer blij dat ze er zijn.

Ook de oeverzwaluwtjes zijn toch weer in een redelijk aantal teruggekomen.

Oeverzwaluwtjes

In eerste instantie had ik het idee dat de opkomst dit jaar erg mager was, maar dat lijkt toch wel mee te vallen. 

Er was me door verschillende mensen al verteld dat de steenuiltjes ook weer terug waren, maar ik had ze zelf nog niet te zien gekregen. Tot afgelopen maandag.

Steenuiltje

Ook dit vogeltje (waarschijnlijk dit individu, steenuilen zijn heel trouw aan hun broedplaats) is hier wel vaker te zien geweest. Maar ik ben er toch elke keer weer blij mee.

Maar ook als ik een puttertje zie,

Putter
 of een visdief,

Visdiefje

heb ik een goede dag.

Kortom, we moeten er gewoon op uit en goed kijken. Dat zal ik proberen te blijven doen vanaf deze plaats. 

Tot een volgende keer.








zondag 8 mei 2022

Slow blog

Iedereen die deze blog wel eens volgt zal het duidelijk zijn dat de vaart er uit is. In vorige blogs heb ik al eens verteld waar het allemaal mee te maken heeft: Corona, overbevolking van het park, onrust door bouwwerkzaamheden, en vooral gebrek aan nieuwe ontwikkelingen.

Eigenlijk komt het er vooral op neer dat ik wel zo'n beetje verteld heb wat ik te vertellen had over park Meerland. En vooral dat ik gefotografeerd heb wat ik kon fotograferen. Ik ben nog steeds blij als ik de scholeksters hoor pieten, of als ik de oeverzwaluwtjes weer terug zie na de winter. Maar de foto is al eens eerder gemaakt, en het verhaal al eerder verteld. Dat betekent ook weer niet dat er nooit meer iets te melden valt. Dus laat ik nu toch weer iets van mij horen.

(Sommige foto's in deze post zijn net buiten het park gemaakt.)

Spreeuw in een spechtenhol

Dit was nieuw voor mij, maar blijkbaar kraken spreeuwen wel vaker holen van spechten en andere vogels. Ze verjagen daarbij zelf soms de oorspronkelijke bewoners. Het lijkt me dat er ruimte is voor wat meer wet- en regelgeving voor avifauna. De foto was een gelukje, want lang bleef die spreeuw zo niet zitten. 

Ook al een wat ongewone observatie. 

Nijlganzennest in een boom
De meeste ganzen en watervogels broeden in en om het water. Maar nijlganzen denken daar blijkbaar anders over. Ze broeden in bomen. Ik had er nooit naar gezocht, totdat ik dit paartje zag. In mijn ogen zijn ze niet erg op hun plaats, maar dat is vooral mijn probleem; de ganzen zelf zien er geen been in.

Nijlgans met kroost
Of dit het resultaat was van de activiteiten in de boom durf ik niet te beweren maar het zou kunnen.

Over het algemeen zijn Canadese ganzen zeer verdraagzaam tegen soortgenoten, kinderen worden soms zelfs in gezamenlijke crèche opgevoed. Maar zolang er partners verdeeld worden, is dat even anders.

Boze Canadese gans

Deze Canadese gans ging met veel geweld achter een soortgenoot aan, in de strijd om een partner. 

Wel eens eerder vertoond maar het is gewoon een mooi plaatje.

Winterkoninkje dat z'n longen uit z'n lijf schreeuwt/zingt

En het blijft ongelooflijk hoeveel herrie een paar gram (9,1 volgens Google) winterkonink kan produceren. 

Ik heb een zwak voor aalscholvers, ook al zijn ze niet de meest aaibare vogels. Dus moet er toch ook eentje bij.

Aalscholver in karakteristieke houding

Zo ben ik ook altijd weer blij als ik de scholeksters weer hoor en zie. 

Scholekster met kokmeeuwen
Ze broeden ieder jaar op het dak van de Hangar, en ieder jaar zie ik een kwetsbaar jong rondprutsen en heb ik twijfels of het allemaal wel goed komt. Maar blijkbaar blijven ze het proberen. Zoals al eens in een eerdere blog vermeld, scholekster kunnen heel oud worden, en ik hoop dat dit paartje ook nog lang hier blijft terugkomen. Hun gepiet weer horen geeft mij het lentegevoel. 

Een boomklever heb ik al vaker geprobeerd te fotograferen maar ze zijn me altijd te vlug af, of ze zitten zo in de schaduw dat ik er niets van kan maken. Dat was met dit exemplaar eigenlijk niet anders, maar misschien is het resultaat toch wel aardig.

Bewegende boomklever

In het kader van de lenteberichten kan ik ook melden dat de oeverzwaluwen zich weer gemeld hebben. Ik zag ze voor het eerst weer op 14 april wat voor mijn gevoel heel vroeg is. Ondertussen hebben ze ook weer hun huurwoningen betrokken.

Dit was wel zo'n beetje wat ik kon laten zien. Ik meld mij wel weer eens als ik denk dat ik iets te vertellen heb. Tot dan!