zondag 27 januari 2019

Vals spel 3 (deel 2: Antarctica & Falklands)

Het was eigenlijk mijn bedoeling om snel achter elkaar de blogs over onze cruise te publiceren.  Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, om Elsschot te citeren. Indien luiheid als praktisch bezwaar mag tellen.

Het gebied rondom Antarctica is winderig en koud en het terrein van stormvogels en albatrossen.
Zuidelijke reuzenstormvogel (giant petrel)
Met een maximale spanwijdte van meer dan twee meter zijn het imposante vogels. Ze eten vooral aas, maar ook wel (inkt)vis. Stormvogels en albatrossen zijn verwant, wat goed te zien is aan hun snavels. Afgezien van hun grootte, is hun snavel een duidelijke aanwijzing dat je in ieder geval niet met een meeuw van doen hebt.
Grote albatros [wandering albatross] (denk ik, maar een koningsalbatros [royal albatross] kan ook)
Albatrossen zijn nog een maatje groter dan stormvogels. Een grote albatros kan een spanwijdte van meer dan 3 meter bereiken.
Een, opgezette, albatros met mensen voor een indruk van de grootte
 Het bleef niet bij allerlei stormvogels en albatrossen.
Drie keizersaalscholvers (blue-eyed cormorants)
De keizersaalscholver is duidelijk familie van onze aalscholver, maar net wat kleuriger.

Ik heb ook mooie foto's van sterns, maar die slaan we maar even over, want we moeten naar DE vogel van het Antarctisch gebied.
Pinguïnkolonie in de sneeuw
 Zo'n pinguïnkolonie ziet er uit zoals die ruikt; niet helemaal fris. Als je 'geluk' heb is zo'n kolonie zelfs op het schip te ruiken. Niettemin, zwemmend zijn het fraaie beestjes.
Stormbandpinguins (Chinstrap penguins)
Pinguïns zijn op het land onhandige vogels, maar ze kunnen razendsnel zwemmen. Dat doen ze door snelheid te maken in het water, en dan een sprongetje te maken, vermoedelijk om van de lagere weerstand in de lucht te profiteren. Als je ze zo bezig ziet, is er van hun charmante onhandigheid op het land weinig over.

Er is mij verteld dat er 17 soorten pinguïns zijn. Die heb ik natuurlijk niet allemaal gezien en al helemaal niet gefotografeerd.
Een kolonie ezelspinguïns (gentoo penguins) op de Falklands
Ezelspinguïns danken hun naam trouwens aan het geluid dat ze maken; dat lijkt verdacht veel op het balken van een ezel.
Pinguïns hebben van mensen weinig te vrezen en dat weten ze. Als bij een pinguïnkolonie rondloopt, dan wordt je vooral genegeerd. Mij is verteld dat ze zelfs enig voordeel hebben bij de menselijke aanwezigheid. Wij jagen meeuwen weg die eieren of jonge kuikens stelen, en daarmee compenseren we onze 'storende' aanwezigheid. Maar zoals al eerder geschreven, voor mensen die interactie zoeken is een pinguïn niet de ideale vogel.
Koningspinguïns (kings penguins)
Keizerspinguïns zijn de grootste en mooiste pinguïns. Die hebben we niet gezien, maar koningspinguïns komen er aardig bij in de buurt. Op de achter grond is ook een ruiend exemplaar te zien.

Wat ik ook nog zeker even wilde delen is dit fraaie kleine vogeltje
Falklandplevier (two-banded plover)
Om ook voor mij onbegrijpelijke redenen vind ik het leuk een beestje te zien op een plek waar het ook de naam van draagt. Het lijkt me een onschuldige afwijking.
Kuiken van de Falklandplevier
In dezelfde categorie vallen deze eenden.
Falklandbooteend (Falkland flightless steamer duck)
Zoals de Engelse naam al suggereert kunnen deze grote eenden niet (nauwelijks?) vliegen, daar zijn ze te zwaar voor en zijn hun vleugels te weinig ontwikkeld. Blijkbaar vindt deze vogel vliegen niet de moeite waard. Zoals de dokter zegt: Use it or loose it. Dat geldt ook in de vogelwereld.

We hebben natuurlijk nog veel meer gezien, maar ik vind het wel weer welletjes voor deze blog. Nog even een foto van mijn favoriete ijsklontje. (Het is ondertussen vast gesmolten.)
Antarctische ijsberg
Tot een volgende keer.



Geen opmerkingen: