zondag 28 januari 2018

Wild en ongewild?

Om maar eerst even terug te komen op de kwestie uit de vorige post, het toepassen van Occam's scheermes gaf weer eens het goede resultaat. Inzendertje S. Hamaker suggereerde dat het wel om een bastaard eendje zou gaan. Een hybride van een tamme eend en een wilde eend. En onderstaande foto geeft hem gelijk. Ik weet natuurlijk niet zeker of de hybride eend dezelfde is als die in het raadplaatje uit mijn vorige blog, maar het heeft er alle schijn van.

  
Hybride en gewone wilde eend 




Dan nog maar een observatie die ik niet kan staven met een foto, ik zie in het park weer regelmatig het ijsvogeltje. Altijd vliegend en dan is het niet meer dan een blauwe flits, maar het blijft toch mooi. Zachte winters zijn een zegen voor ijsvogeltjes. In tegenstelling tot wat hun naam suggereert, houden ze niet van ijs. Maar voor de rest maak ik mij ook wel wat zorgen over het heel zachte weer van de laatste tijd. Ik zie de vogels en de natuur zich alweer gaan gedragen of het voorjaar er aan komt. Maar er zijn Elfstedentochten gereden in februari. Dat zal dit jaar niet gebeuren, maar een flink koude periode kan nog best. En dan krijgen een boel plantjes en beestjes het moeilijk als ze alvast aan het voorjaar zijn begonnen.

Ik zag ook weer patrijsjes op de weide. En dat verbaasde me wat. De laatste keer dat ik die zag was anderhalf jaar geleden, hoog zomer in het hoge gras. Deze keer zag ik een groepje van vijf, die zich wel lieten fotograferen in het korte gras.
Op hun bescheiden manier toch ook best mooi, die patrijsjes
Ook nog een eerste observatie. Een muskuseend.
Een muskus eend
Een muskuseend is een exoot. Ze komen eigenlijk uit Zuid-Amerika en worden hier gehouden voor hun vlees, en soms op kinderboerderijen. Dus officieel mag ik hier helemaal niet blij mee zijn. Voor de echte vogelaar telt ie niet mee. Maar zolang ie zich gedraagt, doe ik niet moeilijk. Hij was tenslotte maar in zijn een(d)tje en ik vind iets nieuws altijd wel leuk.

Waar we officieel ook niet blij mee mogen zijn, zijn de nijlganzen. En op zich is daar wel wat meer reden voor, want die kunnen inheemse vogels verdringen. Maar soms leveren ze wel erg mooie plaatjes op, zoals onderstaand badend exemplaar.
Nijlgans aan het badderen
En ter troost, die ene inheemse grauwe gans had familie op bezoek gekregen.
En nu zijn er vier
Wat wel opvalt is dat de grote Canadese ganzen en grauwe ganzen elkaars gezelschap zoeken. De nijlganzen blijven op zichzelf. Misschien toch een taalprobleempje?

En dit vond ik nog wel een aardig plaatje.
Kokmeeuwen op een leuning
Enfin. Er blijft genoeg leven in ons park, en daar ben ik dan weer blij mee.

Tot een volgende keer.



Geen opmerkingen: